We melken 80 koeien in één uur met één persoon - Landbouwleven

2021-12-13 10:43:56 By : Ms. Linda xue

In Laarne, nabij Gent, exploiteren Steven Van den Hoecke (35) en Tanja Van Poecke (33) een melkveebedrijf met een 2x8 side-by-side melkstal van DeLaval. De vader van Steven heeft die salon in 1996 gebouwd en Steven is er nog steeds erg blij mee. "Dat was een van zijn beste keuzes."

H et melkveebedrijf bestaat uit 115 melkkoeien. Elke ochtend om 5 uur zijn Steven of Tanja in de stal om te melken. Tanja werkt nog parttime buitenshuis, dus als het melken eenmaal begonnen is, bereidt ze de kinderen voor op school en vertrekt ze naar het werk. 's Avonds helpt ze ook een handje met de koeien en kalfjes.

In 1996 bouwde Stevens vader een 2x6 melkstal met ruimte voor een 2x8. “Die schuur kostte zo’n 35.000 euro. Dat valt mee in vergelijking met de prijs van bijvoorbeeld een melkrobot of carrousel”, zegt Steven. “Daarna hadden we geen abnormale kosten meer. Toen we enkele jaren geleden onze ligboxen met watermatrassen verbouwden, breidden we de melkstal uit met 4 plaatsen. Nu melken we 80 koeien per uur met één persoon. Dat vind ik een sterke prestatie."

Volgens Steven is het grootste nadeel van een melkput dat je gebonden bent aan vaste melkuren in de stal. “De robot geeft daar meer vrijheid. Toch vind ik het niet erg, want ik weet precies hoe lang ik elke dag aan het melken ben. Die uren staan ​​vast en daarna hoef ik niet meer aan het melken te denken. Dan ben ik vrij om andere dingen te doen.”

“Ik ben best tevreden met ons niveau. Onze melk bevat momenteel 4,5% vet en 3,6% eiwit. Het is belangrijk dat we die percentages zo hoog mogelijk houden, want die percentages bepalen in toenemende mate de prijs van de melk. Ons celgetal ligt tussen de 100.000 en 120.000 en ons kiemgetal is nu gemiddeld 7. Dus dat is zeker niet slecht.”

Steven kan het celgetal laag houden, want hij zet sterk in op hygiëne in de ligboxen en op de roosters. “We maken alle ligboxen twee keer per dag schoon voor het melken. Eerst maken we de wachtruimte schoon, daarna jagen we alle koeien in de wachtruimte en maken we de rest schoon. Hiervoor gebruiken we een Vitasec droger en zaagsel. Een kg wasdroger neemt 2,2 l water op en heeft een desinfecterende werking. Wij zijn daar zeer tevreden over. Ik had daar vroeger een spreider voor, maar die werkt niet meer. Nu doe ik dat met de hand.”

“Omdat we met een melkput werken, kunnen we de koeien in de wei laten grazen. Dat is moeilijker te combineren met een robot. Ik heb regelmatig gemerkt dat het aantal besmettingen hoger is als de koeien in de wei staan. Dit komt omdat ze bij warm weer altijd op dezelfde plek in de schaduw liggen. Daar verdwijnt het gras en hun uitwerpselen maken dat stuk land minder hygiënisch.

Dit jaar proberen we dat tegen te gaan door in te zetten op omwegen. Eerst stonden de koeien allemaal op één groot perceel. Daar gaan we nu kleinere stukjes van maken. Hierdoor kunnen de koeien iedere dag – of iedere 2 dagen – op een ander stuk land grazen en liggen. Dat zou het verschil moeten maken.

Ook houden we de poten schoon door een voetenbad te gebruiken, de poten twee keer per jaar te trimmen en de roosters en bakken vaak schoon te maken.”

“Op dit moment denken we er niet aan om onze melkstal te vervangen door een robot”, zegt Tanja. “Met een robot krijg je een heel ander bedrijf. Nu kunnen we de boerderij voor langere tijd verlaten om met de kinderen op reis te gaan. Bij een robot moet er altijd iemand in de buurt zijn. Als je een melding of een alarm van de robot krijgt, moet je daarheen en dat kan een paar keer per dag gebeuren. Als je weg bent, moet je iemand in de buurt kennen die je kan bellen en in je plaats kan kijken. Dan wordt het wat makkelijker. Op dit moment hebben we niemand die die taak op zich kan nemen.

Bovendien is een robot ook een gigantische investering waar je heel hard aan moet wennen. Veel mensen zeggen dat vooral de koeien zich moeten aanpassen, maar dat systeem kennen ze na een paar dagen. Vooral de boer zelf moet zich heel hard aanpassen.

Misschien gaan we ooit voor een robot, maar voorlopig voldoet de melkstal zeker aan onze eisen. Die overstap zal vooral afhangen van wat de toekomst brengt. Zal de gezondheid het nog toelaten? Krijgen we niet ineens te grote kosten? Nemen de kinderen het bedrijf over? Over 10 jaar wordt onze oudste zoon 20 jaar. Dan zullen we zijn interesse in het bedrijf beter begrijpen. Tot die tijd voldoet de huidige installatie hopelijk aan onze eisen.”

“Eigenlijk zijn we altijd iets aan het renoveren”, zegt Steven. “In 2016 hebben we dit bedrijf volledig overgenomen van mijn ouders na 9 jaar bij hen te hebben gewerkt. We zijn begonnen met de kalveren door het comfort te verbeteren, bijvoorbeeld door melkbars en groepsiglo's te plaatsen.

Voor de koeien kochten we halsbanden met koeherkenning in combinatie met de eveneens nieuwe krachtvoerboxen. Die koe-identificatie werkt nog niet in de melkstal. Ook hebben we de ligboxen in die stal vernieuwd met watermatrassen en nieuwe dwarsventilatie van zuid naar noord aangebracht.

In de jongveestal hebben we het dak vernieuwd door de asbestplaten te verwijderen en nieuwe dubbele dakramen te plaatsen. Het dak is nu meerwandig, lichtdoorlatend en isolerend. In het begin was die kamer erg donker en dat is nu sterk verbeterd.

In de nabije toekomst willen we wellicht ook investeren in een verdringingshek, zodat de koeien automatisch binnenkomen. Als je alleen melkt, is het krijgen van koeien arbeidsintensief. Onze stal voor de koeien is net te klein voor 115 koeien, dus we moeten de eerste rijen na het melken achtervolgen naar de tweede stal met het jongvee. Dat is ook best arbeidsintensief, maar voorlopig de beste oplossing.

Wij zijn onlangs overgestapt van zuivel. We gingen van Milcobel naar Inex. De afgelopen maanden hebben we al een iets hogere melkprijs ontvangen. Nu is het ongeveer hetzelfde, maar voorlopig zijn we blij." Tanja vervolgt: "Ik denk dat we dat op de langere termijn moeten bekijken. Over 5 jaar kunnen we zeggen of dat een goede beslissing was, maar ik denk wel dat we nu beter af zijn. We zijn ook lid van Fairebel en dankzij hen wordt ook de jarenlang te lage melkprijs deels gecompenseerd.”

Steven zorgt zelf voor het ruwvoer voor de koeien. “We doen niet veel aan akkerbouw, alleen aan ruwvoederwinning. Het ruwvoer bestaat uit maïs, gras, grasklaver, weidegras en witlofpulp met voederbieten, suikerbieten en aardappelen. Die laatste kopen we. Dit jaar heb ik zelf voederbieten geplant. Dan gaan onze waarden van vet en eiwit hopelijk nog verder omhoog.”

Warre en Wietse, de 2 kinderen van Tanja en Steven, houden net als hun ouders van de koeien. “Onze kinderen geven de kalfjes al meer dan een jaar namen”, vertelt Tanja. “Ik heb ze toen gezegd dat ze moesten lachen dat ze met een kalf mochten wandelen en dat deden ze. Dat was Suzy en zij is nu de lievelingskoe van de oudste, Warre. Leentje is de lievelingskoe van Wietse. De koeien zijn veel tammer geworden sinds we kinderen hebben, omdat ze ineens veel meer aandacht kregen”, lacht Tanja.

“De liefde voor de koeien is zo groot onder de kinderen dat de oudste – toen hij klein was – niet eens kon slapen zonder de koeien te zien. Als we 10 minuten naar de koeien gingen kijken, viel hij als een blok in slaap.”

Beide kinderen (Warre tweede van links en Wietse derde van links) willen in de voetsporen van hun ouders treden. Hun vrienden komen graag op de boerderij spelen. - Foto: SN

“Na een tijdje kochten we een kinderstoel en stopten die in de put”, zegt Steven. “We hebben de rugleuning terug kunnen zetten en dat bleek een wondermiddel te zijn. Als we Warre erin stoppen, viel hij meteen in slaap. Het kon wel eens voorkomen dat een koe in de buurt naar het toilet moest. Toen vlogen er wat spetters door de stal en probeerden we zoveel mogelijk over Warre te gaan liggen, maar als we te laat waren had hij kleine sproetjes op zijn gezicht”, lacht Steven. “Later hebben we zelfs een schommel in de melkput gehangen.”

“Warre en Wietse spelen graag buiten en met de koeien. Ze zijn nu 10 en 7 jaar oud”, vervolgt Tanja. “Voor hen is alles wat met het bedrijf te maken heeft nog 'leuk'. Voorlopig willen ze allebei boer worden, maar ze zijn natuurlijk nog te jong om te beseffen hoeveel werk het is. Ze denken daar misschien anders over als ze ontdekken hoe hard ze moeten werken voor hun geld, hoe streng de regels zijn, enzovoort. Als ze dit bedrijf alsnog willen overnemen, kunnen ze dat zeker van ons.”

Leentje veroverde Wietse's hart. - Foto: SN

Omdat Tanja nog parttime buitenshuis werkt, heeft ze het soms best wel druk, maar geniet ze van elke baan evenveel. “Dankzij die extra inkomsten zijn we wat geruster. Anders zijn het meestal de leuke uitstapjes met de kinderen die als eerste worden afgelast als er even geen financiële ruimte is. Het zou ons erg spijten. Het is lastig om met een melkveebedrijf op vakantie te gaan, dus van die kleine dingen genieten wij extra.

Het is ook niet gemakkelijk om altijd bij je partner te zijn. Ik heb wel extra sociaal contact nodig buiten de boerderij. Voor andere mensen komen de problemen van het werk niet vaak in het gezin. Dat is bij ons het geval. We doen ons best, maar vinden het moeilijk om als collega's en als mama en papa eruit te stappen. Alles is hier door elkaar gehusseld.

Aan de ene kant is dat fijn, omdat je altijd thuis bent en bij je kinderen kunt zijn, maar aan de andere kant hebben we heel weinig tijd om met ze te spelen. Ze wandelen veel met ons mee en leren spelenderwijs werken. Warre en Wietse leren heel snel. Het is fantastisch om te zien hoeveel passie ze al hebben voor ons vak. De eerste lockdown was voor hen echt een feestje.

Op vakantie of in het weekend gaan is voor ons ook geen optie. Ik wil graag een weekendje weg. Dan moeten we iemand anders laten melken, maar dat wil Steven niet."

“Tijdens de melktijd kan ik niets doen”, zegt Steven. “Ik moet bij mijn koeien zijn, anders spelen er slechte scenario's in mijn hoofd af. Dat doe ik veel liever zelf.”

Tanja en Steven krijgen regelmatig school. “Wij vinden het belangrijk om kinderen te laten zien hoe een boerderij werkt. Zo lossen we veel misverstanden op. Dit varieert van kleuters tot adolescenten en speciaal onderwijs. Bezoekers staan ​​vaak versteld hoeveel liter melk een koe kan produceren. Soms vragen ze waar de koe heen gaat als ze geen melk meer geeft en ik vraag wie er graag iets van McDonald's eet. Bij de kalfjes vragen ze wat we doen met de stieren die geboren worden en dan vraag ik wie van kalfsvlees houdt. De kinderen zijn vaak verbaasd.

Ik leg volwassenen uit dat landbouw te vaak als boosdoener wordt gezien in verband met klimaat en dierenwelzijn. Als het om dierenwelzijn gaat, maak ik een vergelijking met de Rode Duivels. Onze koeien zijn een topteam. We kunnen alleen geld verdienen met ons bedrijf als we heel goed voor de koeien zorgen. Dan zal de productie toenemen en zullen de waarden van de melk toenemen. Het zijn eigenlijk allemaal Kevin de Bruynes van de dierenwereld.

Wat het klimaat betreft, leg ik uit dat een maïsveld evenveel CO2 opneemt als een klein bos, en dat veel bodems in België niet geschikt zijn om voedsel te verbouwen. Alleen gras kan erop staan ​​en mensen kunnen gras niet verteren. We hebben koeien nodig om dat gras om te zetten in eiwitten die mensen kunnen verteren, tot een lekker stukje vlees en melk. Dat zijn vaak eye-openers voor volwassenen.”

Landbouwleven The Rural Publishers Koningsstraat 100 1000 Brussel

Telefoon. abonnement. : 02/730.33.09 Tel. Pub administratie : 02/730.33.15 Tel. Advertenties : 02/730.33.17 Tel. Juridische Dienst : 02/730.33.17

© Rossel & Cie - 2021 — Algemene verkoopvoorwaarden — Copyright — Privacy