De populairste attractie van de Efteling had er bijna heel anders uitgezien. In de jaren tachtig had het pretpark een heel ander transportsysteem op het oog voor de topattractie. Bezoekers zouden zittend in grote schepen door de verschillende scènes vliegen. Dat onthult oud-technicus Lex Lemmens in het derde en laatste deel van de documentaire over zijn Efteling-carrière. Hij werd destijds benaderd door medewerkers van de Amerikaanse firma Imagination Arts. Zij hadden het idee voor een nieuw soort darkride met een hangende gondel, die was bevestigd aan een soort scharnier. Lex omschrijft het als "een omgekeerde heftafel".

Het systeem zou 'Quest' gaan heten. Kaatsheuvel was geen onbekend terrein voor Imagination Arts: de Amerikanen hadden eerder ook al het idee voor de kantelende kamer in Fata Morgana aangeleverd. Maar op het moment dat de Efteling goedkeuring voor het plan moest geven, gooide een wisseling van de wacht binnen de directie roet in het eten. Het project bleef liggen. Begin jaren negentig werd het idee voor de darkride met hangende gondels opnieuw opgepakt, zij het met een ander transportsysteem. Bij de ontwikkeling van die ride ging zo veel mis dat de opening een jaar moest worden uitgesteld. In 1993 ging Droomvlucht alsnog open.